Erika Ermens groeide op in het Noord-Brabantse dorp Alphen, vlakbij Baarle-Nassau. Niet echt een plek met veel keuze wat betreft kunstzinnige vormen van vrijetijdsbesteding. Alles wat mogelijk was deed ze wel: majorettes, jazzballet en zingen in het kerkkoor. Tijdens haar studietijd werd Erika lid van een musical- en operettevereniging. Pas vele jaren later koos ze bewust voor zang, dans en spel: in 2013 studeerde Erika af aan Theateropleiding Selma Susanna met de solovoorstelling Haarpijn.
‘Een ogenschijnlijk nette vrouw, waaraan een boel gekheid kleeft’
VAN MAJORETTE TOT PERFORMER EN MAKER VAN BEELDEND THEATER
Erika: “Ik herinner mij één moment uit mijn kindertijd, dat misschien wel heeft geleid tot mijn uiteindelijke keuze voor het theatervak. Ik moet zes zijn geweest en als majorette mocht ik optreden in het gemeenschapshuis. Daar was een podium en ik stond met de andere meisjes in de coulissen. Voordat wij op moesten, hoorde ik het geroezemoes van het publiek in de zaal. Ik voelde een toenemende spanning en had tegelijkertijd heel veel zin om op te treden. ‘Dit wil ik vaker meemaken’, heb ik toen gedacht.”
Studietijd
“Wat studies betreft wist ik nooit zo goed wat ik nou echt wilde. Ik ben in Den Haag begonnen aan Europese Studies, met veel aandacht voor talen en communicatie. Daarna volgde ik een kopstudie Sociologie. Ik heb vervolgens een paar jaar als beleidsonderzoeker gewerkt, maar had al snel door dat ik in die wereld niet op mijn plek zat. Het klopte niet. Van de ene op de andere dag heb ik mijn ontslag genomen om mij te kunnen oriënteren op wat ik wél wilde. Theater maken dus! Een paar maanden later al deed ik audities bij Theateropleiding Selma Susanna in Amsterdam.”
Theateropleiding Selma Susanna
“Het auditieweekend bij de theateropleiding was meteen als een warm bad. Het programma ging veel verder dan auditie doen; eigenlijk was het een weekend vol lessen. De professionaliteit van docenten viel me daarbij meteen op. Ik had daarvoor al wel gezongen, maar nu werden mij ook tools geboden op het gebied van zangpresentatie. Ik leerde bijvoorbeeld hoe ik mijn lijf kon gebruiken bij het zingen. Nu klinkt me dat heel vanzelfsprekend in de oren, maar toen was dat helemaal nieuw voor me.”
“De verwachtingen die werden gewekt in dat eerste weekend zijn ruimschoots waargemaakt. Als je mij vraagt om hoogtepunten, dan denk ik meteen aan alle mogelijkheden die de school biedt om buiten de lesperiodes te kunnen spelen voor publiek. Ik denk dan aan het eerste zelfgemaakte zangprogramma, waarvoor ik samenwerkte met Jasper Dijkema. De opleiding biedt je coaching bij het maken van voorstellingen, maar je krijgt vooral ook veel vrijheid en ruimte om te experimenteren. Wij kozen er toen voor niet het standaard kleinkunstrepertoire te zingen, maar om op te treden met meer countryachtige en alternatieve muziek, dat onze persoonlijke smaak goed weergaf.”
Frustraties
“Ook bijzonder leerzaam waren alle momenten waarop je bij bepaalde lessen tegen frustraties aanloopt. Dat voelt dan niet prettig, maar je weet ook dat het noodzakelijk is. Wanneer je telkens weer op eenzelfde punt vastloopt, ontdek je dat er een blokkade is, waar je iets mee moet. Zo heb ik een bepaalde vorm van perfectie aan mijn kont hangen als het om mijn spraak gaat en om de eerste indruk die ik daarmee op mensen maak. Nu ik mij hier bewust van ben, gebruik ik die kant van mijzelf juist.”
Haarpijn
“Mijn afstudeervoorstelling Haarpijn is beeldend en bevat veel muziek. Het gaat over een vrouw die een eenvoudig en saai leven leidt en die de dromen uit haar kindertijd niet heeft waargemaakt. Door boeken te lezen en te fantaseren probeert ze haar eigen werkelijkheid te ontvluchten. Het personage dat ik speel is een ogenschijnlijk nette vrouw, waaraan eigenlijk ook een boel gekheid kleeft. De voorstelling is vooral beeldend en fysiek. Zo dans ik veel en ook de Brabantse majorette komt terug in deze voorstelling. Je kunt stellen dat met het maken en spelen van Haarpijn de cirkel rond is voor mij.”